maandag 28 maart 2016

Over het voorkomen van de Cetti's Zanger in Gelderland

Hieronder een samengevatte versie over het voorkomen van de Cetti's Zanger in Gelderland. Een uitgebreid artikel is, in samenwerking met Sovon, in voorbereiding.

Cetti's Zanger, Ooijse Graaf, Ooijpolder, Berg en Dal, ringvangst, 21 september 2015 (©Erik Ernens)

Ondanks een vrij uitgebreide beschrijving door Wim Sevinga, zowel van de zang als het kleed, van zijn Cetti's Zanger op 9 oktober 1962 aan het Wolderwijd onder Harderwijk, werd deze om nog onduidelijke redenen destijds niet aanvaard door de Commissie Nederlandse Avifauna, de voorloper van de CDNA (Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna) [Sevinga 1963]. Het zou tot 6 oktober 1968 duren voor de eerste 'Cetti's' voor Nederland de lijst op mocht, en wel door een ringvangst bij De Hoort, Cranendonck (NB).

De Cetti's Zanger werd tot 1 januari 1979 beoordeeld door de CDNA, alleen geregistreerd in 1979-1985 en weer beoordeeld vanaf 1 januari 1986 tot en met 2003. De gevallen werden niet opnieuw beoordeeld bij de uitgebreide herziening van de Nederlandse lijst [van IJzendoorn et al.1996]
Uit de diverse periodes zijn voor Gelderland de onderstaande waarnemingen bekend. 
Waar ♂ staat, wordt een zingende man bedoeld.

Tot heden voor Gelderland aanvaard door de CDNA
  1. 30 april - 13 mei 1973 Nieuwe Zuiderlingedijk, Heukelum, Lingewaal, ♂ (S.Braaksma, T.Hoogendoorn, R.Rook)
  2. 11 augustus 1973 Hummelo, Bronckhorst, ♂ (J.Coldewey)
  3. 8 mei 1975 Zuid-Lingedijk, Heukelem, Lingewaal, ♂
  4. 3 juli 1975 Zuid-Lingedijk, Heukelem, Lingewaal, ringvangst (R.Meijer)
  5. 11 december 1975 Koorenwaard, Heukelem, Lingewaal, ringvangst (G.H.J. de Kroon)
  6. 31 oktober 1976 Vuren, Lingewaal, ringvangst (R.Meijer)
  7. 15 mei 1978 Velp, Rheden, 2 (E.F.Visser)

uit de beoordelingsperiode tot 1979, niet ingediend bij de CDNA
  1. 19 mei 1974 Noordberg, Renkum, ♂ [archief VWG Wageningen]
  2. 3 mei 1975 Noordberg, Renkum, ♂ [archief VWG Wageningen]
  3. 11 juni 1975 Noordberg, Renkum, ♂ [archief VWG Wageningen]
  4. 20 augustus 1978 Vogelzang,(Hatertse Broek), Nijmegen, ♂ (D.Visser)

uit de CDNA-registratieperiode 1979-1985
  1. Juni 1979 Erfkamerlingschap, Rijnwaarden, ♂ (P.Schermerhorn, F.Sloot)
  2. 28 mei - 5 juni 1980 Zuiderlingedijk, Spijk, Lingewaal, ♂ (A.Vink)

uit de beoordelingsperiode 1986 - 2003, nooit ingediend bij de CDNA
  1. 20 april 1993 Crobsche Waard, Haaften, Neerijnen 
  2. 17 mei - 22 juni 1993 Loenense Buitenpolder, Overbetuwe, ♂ (F.Erhart)

Na de beoordelingsperiode werden waarnemingen verricht in 
  1. 2005 24 juni Leuvenheim, Brummen, ♂ (J.Pilzecker), 
  2. 2006 3 mei Juliusput, Hoevelaken, Barneveld, ♂. niet zeker
  3. 2008 1 - 6 april Kloosterwiel, Zaltbommel, Neerijnen, ♂ (A.van Hunnik) 
  4. 2010 27 & 29 maart Jezuïtenwaai, Rijnstrangen, Duiven, ♂. niet zeker 

Cetti's Zanger, Lunen, Wijchen, 1 juni 2013 (©Jolanda Wannet-Wijnbergen)

Broedvogels
Door een noordwaartse uitbreiding van het verspreidingsgebied bereikte de Cetti's Zanger ook Nederland. Bij Cranendonck (NB) werd het eerste territorium vastgesteld (3 mei - 29 juni 1969). Een eerste nest werd in 1976 bij Canisvliet, Sas van Gent, Zeeland gevonden. In 1977 werden 60 territoria vastgesteld [Boele et al 2015]. Aangezien de soort gevoelig is voor strenge winters kregen ze een ferme tik uitgedeeld in de winters van 1978/79 en rond 1985, onder andere omdat de kou tot ver in het Zuid-Europese brongebied reikte. Na een hernieuwde vestiging vanaf 2003 groeide het aantal territoria binnen enkele jaren tot honderden zingende Cetti's Zangers uit. Zo werden er voor de Biesbosch in 2010 liefst 314, in 2011 486 en in 2015 het spectaculaire aantal van 745 territoria vastgesteld. Voor heel Nederland werden in 2014 355 territoria uitgerekend, met een geschatte populatie van 600-750 [Boele et al 2016].
Zie voor een uitgebreidere bespreking de soortpagina's op de websites van Dutchavifauna en Sovon (linken, zie onder).

Cetti’s Zangers prefereren dicht (wilgen)struweel langs water. Liefst met wat modderige oevers eronder.  De Cetti’s Zanger lijkt tegenwoordig wat koudere winters beter te kunnen doorstaan. Een mogelijke verklaring daarvoor is de beschikbaarheid van voedsel in de bodem langs de oever. Dankzij de getijdewerking blijven veel oevers ook bij vorst ijsvrij en juist dat zijn pekken waar de soort graag rondscharrelt [de Jong 2015]. 

De verspreiding in Gelderland
Vanuit de Biesbosch breidt de soort zich steeds verder oostwaarts uit, en is hierbij langs de Waal, Linge en de Lek ook Gelderland binnen gedrongen. In 2011 werden zingende mannetjes vastgesteld in de Ruyterwaard bij Zuilichem, Zaltbommel (28 juni) en, opmerkelijk ver buiten het verspreidingsgebied, op 13 juni bij Barchem, Lochem. 
In 2012 werden nu onder meer zingende vogels opgemerkt bij
  1. 28 april 2012 Geldersche Toren, Spankeren, Rheden 
  2. 28 april - 10 juni 2012 Tiendweg, Heukelum, Lingewaal
  3. 11 juni - 22 juli 2012 Hondswaard, Vuren, Lingewaal

Sovon meldt voor 2012 drie territoria en voor 2013 acht. Waarschijnlijk, zeker voor 2013 en 2014 zijn de territoria onderteld door onvolledige gegevens en de wijze van uitwerking van de data. Matthias Koster (Sovon-DC Grote Rivieren) heeft voor 2015 de waarnemingen wel secuur uitgewerkt en komt voor dit jaar op 21 territoria, voornamelijk in west Gelderland. Los van het gebied in westelijk Gelderland, dat vrij direct is verbonden met de Biesbosch, hebben inmiddels ook enkele vogels zich gevestigd langs de Nederrijn tussen Elst en Doorwerth (Tollewaard, Wageningse Bovenpolder en Jufferswaard). Een enkele keer worden zingende mannetjes ver buiten het gangbare verspreidingsgebied opgemerkt, zoals van 29 mei tot en met 10 november 2013 langs de Oude Graafseweg bij Lunen, Wijchen en op 22 maart 2016 bij de Bisonbaai in de Ooijpolder. In 2013 werd op 28 augustus in de Tengnagelwaard bij Lobith een mogelijke man te kort gehoord voor een zekere determinatie. Met zijn vele met wilgen omrande waterputten in deze regio (Rijnstrangengebied) is het opvallend dat de soort zich hier nog niet gevestigd heeft. Of nog niet opgemerkt is. Een mooi voorbeeld dat dat te verwachten mag zijn is het zingende mannetje net over de grens in Duitsland bij Voorthuysen, Emmerich op 30 maart 2013.


Voorkomen Cetti's Zanger per maand volgens Waarneming.nl (bron: waarneming.nl, bekeken 29-03-2016)

Hierboven een overzicht van het voorkomen per maand van de Cetti's Zanger in Gelderland. Dit overzicht geeft qua cijfers een incompleet beeld, oa door het ontbreken van gegevens van bijvoorbeeld Sovon, het voorkomen per maand zal zeer waarschijnlijk echter niet veel afwijken

Inventariseren
De beste tijd om de Cetti's te inventariseren is van begin maart tot eind juli. Sovon hanteert hierbij de criteria voor geldige territoria de datumgrenzen 15 maart tot en met 15 juli. In geval van zang en/of balts moet er één waarneming zijn in die periode, en in totaal twee waarnemingen in de gehele periode. Voor het bepalen van territoria wordt een onderlinge afstand van 300 meter aangehouden. Het is een lastig karwei die de nodige aandacht vereist om exacte aantallen vast te stellen. Vaak worden alleen de zingende mannetjes opgemerkt (door hun verborgen leefwijze zijn paartjes vaak moeilijk vast te stellen) en deze kunnen zich onverwacht snel over honderden meters verplaatsen. Een territorium kan enkele tientallen hectares beslaan. Tegenover hun opvallende zang staat weer het nadeel dat mannetjes langdurig (uren..) zwijgzaam kunnen zijn. Ringvangsten onder meer in de Ooijpolder (3 september 2014 en 21 september 2015) en bij Elburg (18 en 23 september 2014) laten een bredere verspreiding zien dan alleen de bekende broedgebieden. Ongepaarde mannetjes, en mannetjes waarvan het vrouwtje broedt, zingen ook 's nachts. In de winter is de zang ook te horen, doch niet vaak. 

Cetti's Zanger, Ooijse Graaf, Ooijpolder, Berg en Dal, ringvangst,
3 september 2015 (©Bram Ubels)

Buiten broedtijd
De Cetti's Zanger is in alle maanden in Gelderland waargenomen. In de winter is het aantal waarnemingen zeer beperkt, ongetwijfeld door de weinige zangactiviteit en de verborgen leefwijze. Ze hebben vaak het karakter van een standvogel en hoewel ze in aantal terug kunnen zakken na strenge en sneeuwrijke winters lijken ze deze in de afgelopen jaren beter te hebben doorstaan. Zelden worden in de winter Cetti's Zangers vastgesteld ver buiten de broedgebieden in Gelderland.

Geluid
Is de zang goed gehoord, dan is determinatie vaak geen probleem. Maar het komt regelmatig voor dat vogels zich net niet goed en te kort laten horen. Diverse keren bleek verwarring te zijn opgetreden met bijvoorbeeld fragmenten van de zang van bijvoorbeeld Winterkoning, Zanglijster of Rietgors. Op 9 juni 1993 imiteerde in de Crobsche Waard bij Haaften een Blauwborst perfect een Cetti's

Dankwoord
Sovonmedewerker Arjan Boele wil ik hartelijk danken voor de medewerking vanuit Sovon met het verstrekken van gegevens en het uitzoeken van enkele gevallen. Matthias Koster wil zeer danken voor het bespreken van aantallen territoria en andere onderwerpen over de soort. Fokko Erhart was zeer behulpzaam bij het uitzoeken van de gevallen uit 1993. Erik Ernens, Jolanda Wannet-Wijnbergen en Bram Ubels dank ik hartelijk voor het mogen gebruiken van hun foto's bij dit stuk
(tekst: Remco Wester, 26 maart 2016)

Cetti's Zanger, Ooijse Graaf, Ooijpolder, Berg en Dal, ringvangst,
21 september 2015 (©Erik Ernens)

Literatuur
Anonymus. 2013. Cetti's Zanger Cettia cetti. P265 in: Vogelwerkgroep Arnhem e.o. 2013. Van IJsduiker tot IJsgors. Vogelwerkgroep Arnhem e.o., Arnhem.
Beijersbergen, J., Verholt, W. & Visser, J. 1969.  Nieuwe waarnemingen van Cetti. Limosa 42(3): 234-235
van den Bergh, L.M.J., Gerritse, W.G., Hekking, W.H.A., Keij, P.G.M.J. & Kuyk, F. 1979. Vogels van de Grote Rivieren. Het Spectrum, Utrecht.
Boele, A., van Bruggen, J., van Dijk, A.J., Hustings, F., Vergeer, J.W., Ballering, L. & Plate, C.L. 2013. Broedvogels in Nederland in 2011. Sovon-rapport 2013/01. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
Boele, A., van Bruggen, J., Hustings, F., Koffijberg, K., Vergeer, J.W. & Plate, C.L. 2014. Broedvogels in Nederland in 2012. Sovon-rapport 2014/13. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
Boele, A., van Bruggen, J., Hustings, F., Koffijberg, K., Vergeer, J.W. & van der Meij, T. 2015. Broedvogels in Nederland in 2013. Sovon-rapport 2015/04. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
Boele, A., van Bruggen, J., Hustings, F., Koffijberg, K., Vergeer, J.W. & van der Meij, T. 2016. Broedvogels in Nederland in 2014. Sovon-rapport 2016/04. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
van Diermen, J., Erhart, F. & Schoppers, J. 1995. Broedvogelinventarisatie Gelderland 1993. Rivierenland, Midden-Achterhoek, ZW-Arkemheen. Provincie Gelderland, dienst RWG, Arnhem
van Dijk, A. J., Hustings, F., Sierdsema, H. & Verstrael, T. 1997. Kolonievogels en zeldzame broedvogels in Nederland in 1992-93. Limosa 70(1): 11-26
de Jong, A. 2015. Cetti’s Zanger enorm toegenomen in de Biesbosch. Nieuwsbericht SOVON-website 30 oktober 2015 [link]
ten Kate, C.G.B. 1964. Ornithologie van Nederland, 1962. Limosa 37(1): 19 - 57.
de Kroon, G.H.J. 1976. Over vangsten van Porceleinhoentjes, een Cetti's zanger en Waterpiepers. De Levende Natuur 79(6): 140-143
Lehaen, H. 1969. Vangst van Cetti. Limosa 42(1) : 110 - 113. 
Lensink, R. 1993. Vogels in het Hart van Gelderland. Vogelwerkgroep Arnhem e.o.. KNNV, Utrecht.
Leys, H., Sanders, G. & Knol, W. 1983. Avifauna van Wageningen en wijde omgeving. KNNV Vogelwerkgroep Wageningen, Wageningen.
Moerbeek, D J, Winkelman, J E & de Heer, P. 1987. Zeldzame en schaarse vogels in Nederland in 1985. Limosa 60(1): 21-30
Scharringa, C.J.G. & Osieck, E.R. 1978. Zeldzame vogels in Nederland 1976. Limosa 51(3): 137 - 146.
Scharringa. C.J.G. & Osieck, E.R. 1980. Zeldzame vogels in Nederland 1978. Limosa 53(1): 27 - 33.
Scharringa, C J G & Osieck, E R. 1982. Zeldzame en schaarse vogels in Nederland in 1981. Limosa 55(4): 125-138
Sevinga, W. 1963. Waarneming van Cetti's Zanger (cettia cetti) aan de llsselmeerkust te ermelo. Limosa 36(1): 118-120
Tekke, M.J. 1974. Het voorkomen van de Cettis Zanger, Cettia cetti, in Nederland van 1968 t/m 1973. Het vogeljaar 22(3): 780-781
Tekke, M.J. 1975. Ornithologie van Nederland 1973. Limosa 48(1): 113-113
Tekke, M.J. 1977. Ornithologie van Nederland 1974 en 1975. Limosa 50(1): 34-60
Teixeira, R.M. 1979. Atlas van de Nederlandse Broedvogels. Natuurmonumenten, ‘s Graveland.
van de Ven, F. 2010. Waarneming Cetti’s Zanger in Jezuïtenwaai. Vlerk 27(3): 89-90
van IJzendoorn, E.J., van der Laan, J. & CDNA. 1996. Herziening Nederlandse Avifaunistische lijst 1800-1979: tweede fase. Dutch Birding 18(4): 157-202

Webreferenties
Dutchavifauna.nl - Cetti's Zanger (bekeken 26 maart 2016): 
SOVON - Cetti's Zanger:  
Waarneming.nl - Cetti's Zanger - Gelderland: 


WAARNEMINGEN EN INFORMATIE GEZOCHT
Staat ergens in uw archief of notitieboekje nog een Cetti's Zanger voor Gelderland, of heeft u aanvullende informatie over, of mooi beeldmateriaal van deze soort in de provincie? Deze zijn van harte welkom en kunt u, evenals opmerkingen of vragen, mailen aan: avifaunavangelderland@gmail.com.
_______________________________________
Bezoek ook de website Avifauna van Gelderland

1 opmerking:

  1. In de winter is de Cetti niet perse een stillere vogel. Zijn prit, prit wordt soms verlengd tot een ratel. Los lijkt het geluid wat op Snor. Eenmaal geleerd is het een makkelijk te herkennen geluid. Ps, de Cetti's is polygaam, dus 21 territoria beloven een hoop jongen! Theo Muusse

    BeantwoordenVerwijderen