woensdag 30 maart 2016

Sovon-project 'Nacht van de Rallen en Roerdomp' ook in 2016!

En een zeer beknopte toelichting over de soorten in Gelderland 

(Inleidende tekst is grotendeels afkomstig van Sovon)
Na het succes in 2015 gaat Sovon het in kaart brengen van rallen en Roerdompen in geschikte moerasgebieden in 2016 voortzetten, waarbij de nadruk ook nu weer komt te liggen op een aantal specifieke Natura 2000-gebieden. Hieronder is door mij ter aandacht voor Gelderland extra de Woudaap toegevoegd, maar deze valt niet onder dit Sovon-project. 


Waarom
Niet alleen omdat van verschillende gebieden gegevens ontbreken, maar ook omdat het erg spannend is om 's avonds en 's nachts op zoek te gaan naar rallen en Roerdompen. Deze geheimzinnige soorten blijven onvoorspelbaar en juist in de afgelopen jaren hebben nachtelijke tellingen zeldzame ralletjes als Kleinst Waterhoen opgeleverd. Omdat het hierbij gaat om relatief gemakkelijk te herkennen soorten waar de meeste vogelaars enthousiast van worden, hoopt Sovon ook dit jaar op een enthousiaste deelname aan de Nacht van de Rallen.
Tellen doe je 's avonds na zonsondergang tot laat in de avond/middernacht. De eerste telperiode is in veel gebieden de beste periode om Porseleinhoentjes te horen. De tweede periode kan goed zijn voor vogels die met een tweede legsel starten en voor vogels die in pioniersvegetaties en gemaaid riet een territorium beginnen.

Twee tellingen
In twee telperiodes ga je een avond op pad in een telgebied dat je van tevoren hebt geclaimd. Dit kan ook het gebied zijn dat je al als BMP-teller bezoekt, waarbij je deze keer je nachtbezoeken afstemt op de telperiodes. Losse waarnemingen (Waarneming.nl) doen niet mee in de telling, omdat daarvan niet duidelijk is wélk (deel van een) gebied je hebt doorzocht en wat je teltijd was.

De Nacht van de Rallen 2016 vindt plaats in twee perioden:

  • vrijdag 22 april – zondag 1 mei, met weekend 23-24 april als voorkeur
  • vrijdag 27 mei – zondag 5 juni, met weekend 28-29 mei als voorkeur

Meer informatie
Op de projectpagina vind je alle informatie over de aanpak, de beste telperiode en hoe je een gebied kan claimen. Mocht er in je omgeving geen telgebied te claimen zijn, dan kun je zelf een gebied aanmaken door de omgrenzing in te tekenen; dit kan via dezelfde claim-pagina. Of neem contact op met de coördinator Joost van Bruggen en mail een gebiedsbeschrijving. Iedereen kan in principe dus overal meedoen, maar onze focus gaat wel uit naar de telgebieden op de rallen-pagina.

Communicatie
Wil je weten waar er allemaal geteld gaat worden, vragen stellen over de telling of je ervaringen delen? Meld je aan voor de Facebookgroep. Direct contact met organisator Joost van Bruggen is mogelijk via telefoon of e-mail. Als je je hebt aangemeld, sturen we je per mail ook drie keer een leuke nieuwsbrief toe.

Sovon-projectpagina Nacht van de Rallen en Roerdomp
Nacht van de Rallen op facebook

Onderstaande vroege Porseleinhoen kon men 29 maart 2012 met de hand vangen tijdens een amfibieënonderzoek in een klein gebied nabij Tonden, Brummen. Zeer waarschijnlijk had de kou deze versuft.
Porseleinhoen, Wilhelminahoeve, Tonden, Brummen, 29 maart 2012 (©Ruben Vermeer)

Soortbeschrijvingen
Hieronder per soort een kort verhaaltje over de soort in Gelderland en een verkort overzicht van de eerste waarnemingen die tot heden bekend zijn voor de provincie. Dit betreffen vrijwel allen museumexemplaren en hoeven niet persé de allereerste te zijn, naar vrijwel alle soorten wordt nog verder diepgravend onderzoek verricht. Deze resultaten zullen later worden gepubliceerd, oa op deze blog en op de website van de Avifauna van Gelderland.
Ook zijn verwijzingen opgenomen naar enkele interessante artikelen, en linken opgenomen naar de specifieke soortpagina's op de websites van Waarneming.nl, SOVON, Dutchavifauna.nl of Avifauna van Gelderland. Op de Sovon-soortpagina's zijn onder meer de telrichtlijnen voor die soort te vinden. 
Waar plaatsnamen cursief geschreven staan, betekent dit, dat de locatie alleen tot op gemeentenaam bekend is. NBC is de afkorting van het Naturalis Biodiversity Center te Leiden. Bij verwijzingen naar artikelen in Limosa of Ardea is het noodzakelijk om (gratis) in te loggen met een mailadres, om de artikelen te kunnen lezen. 
Met een klik op de foto zijn deze vergroot te bekijken!

Soorten die hieronder worden behandeld

  • Waterral Rallus aquaticus
  • Kwartelkoning Crex crex
  • Klein Waterhoen Porzana parva
  • Kleinst Waterhoen Porzana pusilla
  • Porseleinhoen Porzana porzana
  • Roerdomp Botaurus stellaris
  • Woudaap Ixobrychus minutus

Interessante algemene literatuur over rallen
Becker, P. 1990. Kennzeichen und Kleider der europäischen kleinen Rallen und Sumpfhühner Rallus und Porzana. Limicola 4: 93-144
Bijlsma, R.G. 1980. Inventarisatie-problemen bij Waterrallen (Rallus aquaticus), Porseleinhoenen (Porzana porzana) en Kwartelkoningen (Crex crex) langs de Rijn tussen Rhenen en Heteren. Veldornitol. Tijdschr. 3: 39-59


Waterral Rallus aquaticus

Waterral, Bergerden, Huissen, Overbetuwe, 23 november 2015 (©RobZweers)

Veel mensen hebben de Waterral wel eens gezien. Nog veel meer zullen deze soort alleen nog maar hebben gehoord. Ze hebben een breed scala aan allerlei roepjes (mooi beschreven in de monografie door Gerard de Kroon, 1982), waarvan 'de slag', beter bekend als het 'bieken' en de speenvarkenschreeuw denk wel de bekendste zijn. Mijn eerste ervaring met laatste had ik als beginnend vogelaartje in een doodstil hoogveen, waar ik mijn eerste uitstapje 's nachts naar maakte met een vogelaar die dit al vaker had gedaan. Direct nadat hij één keer hard in zijn handen had geklapt begonnen rondom mij heen een kleine tiental Waterrallen keihard te schreeuwen als biggen, zodat mijn haren strak overeind gingen en ik zeven kleuren scheet. Nooit meer vergeten.     

eerste waarnemingen Gelderland
21 oktober 1872 Harderwijk, ♀ (NBC, collectienr. RMNH.AVES 226618)
10 november Harderwijk, ♂ (NBC collectienr. ZMA.AVES 2942)
3 oktober 1884 Doesburg, ♂ (NBC collectienr. ZMA.AVES 2943)
1 februari 1908 Overasselt, ♀ (NBC collectienr. RMNH.AVES 226339)

webrefenties

literatuur
de Kroon G.H.J. 1982. De Waterral Rallus aquaticus. Kosmos Vogelmonografie, Amsterdam.
de Kroon G.H.J. 1999. Hoe verhoudt zich de jaarlijkse reproductie van kuikens van de Waterral Rallus aquaticus tot het voedselaanbod in het water? Het Vogeljaar 47: 198-203.
de Kroon G.H.J. 2000. Over Nesthabitat en nest van Waterral Rallus aquaticus in actief laagveen. Het Vogeljaar 48: 145-151.
de Kroon G.H.J. 2001. De Waterral Rallus aquaticus als broedvogel in Nederland. Het Vogeljaar 49: 119-120.
de Kroon G.H.J. 2001. Inventarisatieperikelen. Sovon-nieuws 14(2): 18-19.
de Kroon, G.H.J. 2006. Het broedsucces van de Waterral in Nederland. Limosa 79(1-2): 13-18


Kwartelkoning Crex crex

Kwartelkoning-territorium uitgemaaid, Tiel, 14 juli 2014 (©Robert Keizer)

De Kwartelkoning broedt in Gelderland voornamelijk nog in extensief gebruikte hooilanden langs de rivieren. Door de moderne landbouw liep het aantal hard achteruit en is het in Gelderland een soort geworden die per jaar in wisselende, maar lage aantallen voorkomt. De meest bezochte locaties, ook in mindere jaren liggen langs de IJssel, met concentraties bij Hattem en Cortenoever, Brummen. In mindere mate worden ook territoria langs de Nederrijn bezet. Dat aantallen aardig kunnen schommelen, werd in 2012 geïllustreerd, toen in de uiterwaard bij Cortenoever 'ineens' minimaal tien mannetjes op een klein oppervlak actief waren. Om de gevestigde paren ook daadwerkelijk succesvol te kunnen laten zijn, worden afspraken met terreineigenaren gemaakt over aangepast maaibeheer. Dit gaat niet altijd goed, zo ging het mis bij Tiel in 2014. Vele artikelen over deze soort zijn te vinden op de soortpagina op de Sovon-site (zie onder webreferenties)

eerste waarnemingen
22 juni 1910 Harderwijk, nest verzameld (8ei) (NBC collectienr. RMNH.AVES 1850)

Het tweede en derde geval maken onderdeel uit van liefst tien Kwartelkoningen die in mei 1918 werden verzameld door J.J. Luden van Heumen uit gebieden rond Overasselt en Heumen. Deze liggen nu in het NBC.
25 mei 1918 Overasselt, Gelderland, ♂ (NBC, collectienr. RMNH.AVES 228022)
25 mei 1918 Overasselt, Gelderland, ♂ (NBC, collectienr. RMNH.AVES 228023)

late waarneming
Op 26 november 2011, tijdens de landelijke Sovon-dag in Nijmegen, werd een recent geslagen Kwartelkoning gevonden onder de Erasmutoren, een verblijfplaats van de Slechtvalk in de wijk Heijendaal. Zowel het verenkleed als het bloed was nog vers. Een bijzonder late waarneming!

Kwartelkoning, prooi Slechtvalk, Heijendaal, Nijmegen, 26 november 2011, (Erik van Dijk. bron: waarneming.nl)

webrefenties

Literatuur
Braaksma, S. 1962. Voorkomen en levensgewoonten van de Kwartelkoning Crex crex. Limosa 35(3): 230-259.
Gerritsen, G.J., Koffijberg, K. & Voskamp, P. 2004. Beschermingsplan Kwartelkoning. Rapport-EC-LNV 271. Expertisecentrum LNV, Ede
Koffijberg, K. 2001. Analyse van kerngebieden van kwartelkoningen in Nederland in 1999 en 2000. SOVON-Informatierapport 2001/14. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen
Koffijberg, K. 2004. Grasland en akkers; kroondomeinen van de kwartelkoning. Vogelbescherming Nederland, Zeist
Koffijberg, K. & Schoppers, J. 2002. Kwartelkoning profiteert van beschermingsmaatregelen. SOVON-Nieuws 15(1): 16-17
Koffijberg, K., Kleunen, A. van. & Majoor, F. 2007. Kwartelkoningen in de peiling territoriumactiviteit en terreingebruik met zendertechniek in kaart gebracht. Limosa 80(4): 167-171
Poot, M. 2012. Hoe geschikt zijn de Culemborgse uiterwaarden eigenlijk voor kwartelkoningen? Hak-al 38(4): 7-9


Klein Waterhoen Porzana parva

Klein Waterhoen, adult ♂, Schuytgraaf, Arnhem, 21 juni 2012 (©Remco Wester)

Er zijn in Gelderland in het verleden redelijk wat Klein Waterhoenders gemeld. Helaas is hiervan geen enkele geluidsopname gemaakt, zodat zekerheid over de determinatie lastig te bevestigen is. Herhaaldelijk is namelijk gebleken dat waarnemers de 'slagroep' van de Waterral verwarden met die van het Klein Waterhoen. Dit 'biek'-geluid, wat op stille nachten zeer ver kan dragen, is een lok- en contactroep van de Waterral, en deze roep wordt nog wel eens met een versnelling naar het einde toe ten gehore gebracht. In deze uitvoering lijkt hij op die van de man Kleine Waterhoen. Bovenstaande foto is het resultaat van een gerichte zoektocht naar rallen in 2012 rond Arnhem, waarbij door mij vele geschikte gebiedjes rond Arnhem werden afgestruind. Op 19 juni was ik samen met Joost van Bruggen op pad en hadden het grote geluk dit mannetje te vinden. Deze bleek (tot mijn grote verbazing) ook overdag te roepen, en zich zelfs ook fraai te laten zien. Ik merk hierbij graag op, dat ik al een tijd verdekt plat ergens was gaan liggen, toen de man ineens roepend voor me opdook. Over dit geval is hier op Dutchavifauna.nl meer te vinden. 

aanvaarde waarnemingen
30 april 1960 Hoophuizen, Nunspeet, ♂, ringvangst
19-23 juni 2012 Schuytgraaf, Arnhem, adult ♂ (R. Wester, J van Bruggen e.a.)

webrefenties

literatuur
ten Kate, C G B. 1962. Ornithologie in Nederland, 1960, Limosa 35(1): 46-78
Ovaa, A., Groenendijk, D, Haas, M., Berlijn, M. & CDNA. 2013. Rare birds in the Netherlands 2012. Dutch Birding 35(6): 357-379
Taapken, J. 1960. Veldwaarnemingen XXXIV. Het vogeljaar 8(3-4): 64-64


Kleinst Waterhoen Porzana pusilla

De monotone ratel van de man Kleinst Waterhoen kan verward worden met de zang van de man Zomertaling of die van de Rugstreeppad, zeker wanneer ze zich ophouden in moerassen waar veel omgevingsgeluiden een goede determinatie bemoeilijken.
Voor Gelderland zijn vele waarnemingen van Kleinst Waterhoen bekend. Van vele ontbreekt helaas vaak een geluidsopname, zodat zekerheid omtrent de juistheid van de determinatie vrijwel niet te verkrijgen meer is. De volgende gevallen werden wel aanvaard. Het Kleinst Waterhoen werd door de CDNA beoordeeld tot en met 2006
  1. 23-24 juni 1975 1975 Ochten, Neder-Betuwe, ♂ zingend
  2. 19 augustus 1983 Harderwijk, Harderwijk, juveniel, vondst (NBC, collectienr. RMNH.AVES 82090)
  3. 12-23 juni 1987 Blauwe Kamer, Wageningen, 3 adult ♂ zingend
  4. 14-18 mei 1992 Blauwe Kamer, Wageningen, ♂ zingend
  5. 16-25 mei 1994 Groenlanden, Ooijpolder, Berg en Dal, ♂ zingend
  6. 3-7 juli 1994 Groenlanden, Ooijpolder, Berg en Dal, ♂ zingend
  7. 12 juli 1994 Kekerdomse Waard, Kekerdom, Berg en Dal, ♂ zingend
  8. 23-29 juni 2012 Bennekomse Hooilanden, Bennekom, Ede, 2 ♂ zingend
webrefenties

literatuur
Jansen, J.J.F.J. 2013. Kleinst Waterhoen in Nederland: voorkomen en herziening van gevallen in 1800-2006. Dutch Birding 35: 311-332
Schaftenaar, A. 1984. Juveniel Kleinst Waterhoen te Harderwijk in augustus 1983. Dutch Birding 6(3): 96-98


Porseleinhoen Porzana porzana

Porseleinhoen, pullus, Oude Waal, Ooijpolder, Berg en Dal, 17 augustus 2006(©Peter Hoppenbrouwers)

De aantallen Porseleinhoentjes kunnen behoorlijk per jaar verschillen. Vooral de aanwezigheid van geschikte plasdrasgebieden in uiterwaarden heeft hier invloed op. Onderzoek in Nederlandse moerasgebieden (Ron van der Hut, Nico Beemster*) wijst uit dat de roepactiviteit van Porseleinhoentjes in de tweede helft van april groot is. Mogelijk valt deze periode voor een eerste nachtbezoek vroeger dan verwacht zou worden. Sovon herziet dit jaar de datumgrenzen voor de interpretatie van territoria op grond van deze ervaringen.

Op trek kunnen ze soms op opmerkelijke plaatsen opduiken. Zo klonk in juni 2011 in Doetinchem de zweepslag van een man soms extra hard door de weerklank op de huizen van de woonwijk De Huet waarin hij was opgedoken bij een vijver. Niet elke buurtbewoner kon dit waarderen. Bij de CES-ringlocatie in de Ooijpolder worden tegenwoordig elk jaar in wisselende aantallen Porseleinhoentjes gevangen en geringd.
In augustus 2006 werden twee rallenpullen gefotografeerd aan de rand van het schiereiland in de Oude Waal in de Ooijpolder. Vrijwel zeker waren dit Porseleinhoentjes, aangezien er ook een adulte vogel rondscharrelde in dezelfde periode op deze locatie.
*Dit betreft onderzoek van Ron van der Hut (Altenburg & Wymega) en ervaringen van Nico Beemster in de Oostvaardersplassen.

eerste waarnemingen
15 augustus 1906 Wageningen, ♂(NBC, collectienr. RMNH.AVES 619)
27 maart 1920 Winterswijk, ♂ (NBC, collectienr. RMNH.AVES 227583)

webrefenties

literatuur
van den Berg, J.J. 1984. Territoria van porseleinhoenders in de Wageningse uiterwaarden. Pennevluchten 2(2): 36-39
van den Bergh, L.M.J. & Helmer, J. 1984. Over het voorkomen van Porseleinhoentjes Porzana porzana langs de Grote Rivieren in 1983. Vogeljaar 32: 279-289
Ubels, B. 2012. Jaarverslag Ooijse Graaf 2011. Mourik 38(1): 6-12
Ubels, B. 2013. Jaarverslag Ooijse Graaf 2012. Mourik 39(1): 22-29
Ubels, B. 2014. Jaarverslag Ooijse Graaf 2013. Mourik 40(1): 13-20
Strang, G. 2011. Uit Het Veld. Porseleinhoen in woonwijk. Het vogeljaar 59(5): 265-271
Vogel, R.L. & van der Wal, R. 1988. Het Porseleinhoen Porzana porzana langs de IJssel in 1987. Limosa 61(1): 45-45


Roerdomp Botaurus stellaris

Roerdomp, Lappenheide, Acquoy, Geldermalsen, 26 april 2011 (©Wiegert Steen. bron: Waarneming.nl)

Met belangstelling heb ik het artikel van Van Turnhout et al [2006] gelezen over de 'hoemproep' van de Roerdomp. In dit lezenswaardige artikel schreven ze onder meer: 
"Het aantal hoempseries per tijdseenheid is volgens Poulin & Lefebvre (2003b) gerelateerd aan de lokale dichtheid, maar het gemiddeld aantal hoempen per serie is dat niet en zou een maat voor de conditie van Roerdompen zijn. Hoe fitter de Roerdomp, hoe langer de hoempseries...Door jaarlijkse monitoring van hoempseries zouden bovendien ontwikkelingen in de conditie van Roerdompen gevolgd kunnen worden. Dit zou kunnen fungeren als een early warning systeem, dat waarschuwt voor negatieve ontwikkelingen die voor een langlevende soort als de Roerdomp pas op termijn in de aantalsontwikkeling zichtbaar worden. De mogelijkheden voor een dergelijke monitoring zijn in een kleinschalige haalbaarheidsstudie verkend.".

eerste waarnemingen Gelderland
24 december 1883 Harderwijk, ♂ (NBC, collectienr. ZMA.AVES 60172)
25 februari 1891 Ewijk, Beuningen ♂ (NBC, collectienr. RMNH.AVES 233417)

webreferenties

literatuur
Hut, R.M.G., van der, Winden, J., Krijgsveld, K.L. 2005. Moerasontwikkeling in de Ooijpolder. Bureau Waardenburg, Culemborg
den Boer, T. 1992. De roerdomp: wintermaatregelen en bescherming. Actierapport Vogelbescherming Nederland 5. Vogelbescherming Nederland, Zeist
Majoor, F. & Willems, F. 2005. Verslag roerdompactie. Mourik 31(2): 51
van Turnhout, C., van Dijk, A-J. & van der Weide, M. van der. 2004. Jaar van de Roerdomp. Sovon-onderzoeksrapport 2003/07. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
van Turnhout, C., van Dijk, A., van der Weide, M. & van Beusekom, R. 2006. Roepende Roerdompen in Nederland: trefkansen, trends en aantallen. Limosa 79(1): 1-12


Woudaap Ixobrychus minutus

Woudaap, Culemborg, 23 mei 2015 (©Thierry Jansen. bron: waarneming.nl)

In het verre verleden was het Woudaapje in Gelderland een broedvogel van rietmoerassen, rietputten en langs oa de Linge. De aantallen namen vervolgens af, en in de afgelopen jaren werd het voorkomen met enkele paren alleen nog vastgesteld in de Gelderse Poort tussen Arnhem en Nijmegen en bij Culemborg. Op 25 oktober 2014 werd bij de Yperenplas bij Wilp een wel heel laat exemplaar gezien.

eerste waarneming Gelderland
16 juli 1910 Wijchen, ♂ (NBC collectienr. ZMA.AVES 54665)

webreferenties

literatuur
Bekhuis, J. 1990. Hoe lang nog broedende Woudaapjes Ixobrychus minutus in Nederland? Limosa 63(2): 47-50
Braaksma S. 1958. De verspreiding van het Woudaapje Ixobrychus minutus als broedvogel. Limosa 41(1-2): 41-61
Braaksma, S. 1966. De verspreiding van het Woudaapje als broedvogel. SBB Rapport
van den Peppel, J. 1936. Woudaapjes (Ixobrychus m. minutus) (L.) bij Lobith en Veenendaal. Limosa 9(2): 145-145
Jansen, T. 2014. Woudaap in de Baarsemwaard. Hakal oktober 2014-2: 13-14
Renssen, T. 1942. Zeldzame broedvogels in de omgeving van de splitsing Rijn-IJssel in de laatste vier jaren. Ardea 31(3-4): 293-295
Ruiter, H. 1934. Woudaapje Ixobrychus minutes broedvogel langs de Linge, tusschen Arkel en Leerdam. Limosa 7(2): 82-82

Dankwoord
Dankzij gegevens van Waarneming.nl en het Naturalis Biodiversity Center te Leiden was het mogelijk de diverse overzichten samen te stellen. Graag wil ik de fotografen hartelijk danken voor het mogen gebruiken van hun foto's hier. Daar waar foto's zijn gebruikt van Waarneming.nl, en waar dat ook van mag, is de bron opgenomen.

WAARNEMINGEN EN INFORMATIE GEZOCHT
Staat ergens in uw archief of notitieboekje nog waarnemingen van een der bovengenoemde soorten, of heeft u aanvullende informatie over, of mooi (historisch!) beeldmateriaal van deze soorten in de provincie? Deze zijn van harte welkom en kunt u, evenals opmerkingen of vragen, mailen aan: avifaunavangelderland@gmail.com.
_______________________________________
Bezoek ook de website Avifauna van Gelderland
http://wqd.nl/avifaunagelderland

dinsdag 29 maart 2016

Vaal Stormvogeltje in het Netterdensche Broek: de eerst twitchbare voor Gelderland

en het voorkomen in Gelderland

Vaal Stormvogeltje, Netterdensche Broek, Oude IJsselstreek, 28 september 2014 (©Roel Schwartz)

Op 28 september ontdekte om 18:45 Roel Schwartz een Vaal Stormvogeltje op zijn 'local patch' bij Azewijn. Hieronder zijn verhaal.

"Op naar de Maatweg om daar tussen de groepen Kievitten te kijken of daar nog wat bijzonders tussen zit. Het aantal Kievitten is inmiddels al fors opgelopen. Helaas blijft het bij alleen Kievitten, Witte Kwikstaarten en graspiepers op de akkers ten W. van de Maatweg. Daarna loop ik via de gecreëerde doorgang naast het hek op de Maatweg om te zien of zich nog wat bijzonders voordoet op de plas. Via mijn verrekijker stuit ik eigenlijk direct op een zeer klein formaat vogel met een voor mij zeer vreemd aandoende jizz. Formaat wat volume betreft vergeleken met de omringende Wilde Eenden 1/3. Op het eerste gezicht dacht ik het lijkt wel een zieke Raceduif in juveniel kleed dat in het water is beland. Maar al snel steeg het adrenaline fors toen ik het beest met de telescoop bekeek. Ik kende het eigenlijk alleen van de Veldgidsen als een soort die ik voor Nederland ooit nog eens voor de Noordzeekust wilde twitchen. Op dat moment dacht ik het betreft hier een Stormvogeltje, de exacte veldkenmerken van de verschillende soorten had ik toen nog niet paraat. Ik wist wel dat het Vaal Stormvogeltje veel vaker wordt gemeld aan de Noordzeekust vergeleken met het Stormvogeltje. 

Daarna direct mijn broer gebeld en via de lokale Whatsapp-groep een hulpvraag ingediend met begeleiding van een paar Smartphone-opnames via de telescoop. Veldkenmerken: Gierzwaluw-achtige grondkleur en wat body betreft erg klein formaat vergeleken met Wilde Eenden. Snavel duifachtig formaat, zwart met verdikking aan de basis door zijn buisingangen (tubenose). Ook rondom het oog was de grondkleur donkerder vergeleken met de rest van het hoofd. Soort donker maskertje. De vleugels vielen op vergeleken met het kleine lichaam doordat de vleugelpunten voorbij het staartuiteinde staken. De vogel was alert, hield de omgeving goed in de gaten en wilde voornamelijk rusten volgens mij. Lag diep in het water. Lichtomstandigheden waren al matig, maar net voldoende om nog wat details waar te nemen. Waarneemafstand denk ik +/- 200 m. Na een tijdje geslapen te hebben vloog het beestje plotseling op om daarna een mooie vliegshow te geven ter grootte van een voetbalveld. Toen kon ik zien dat het beest een witte stuit toonde, tijdens vlucht geen wit waargenomen op onderkant stuit. Geen witte band op ondervleugel. De manier van vliegen was krachtig en behendig, met korte glijvluchtjes. Het deed mij wat denken aan vlucht Zwarte Sterns tijdens het voorjaar op de plas. Vleugels oogden groot vergeleken met het lichaam. Het beest vloog op ongeveer 2 a 5 m hoogte boven het water, waarna het plotseling weer inviel in het water. Daarna volgde uitgebreid poetsgedrag, draaide het lichaam en de vleugels zeer diep in het water, waarbij de witte stuit een opmerkelijk kenmerk was. Het leek wel of het beestje gebruik maakte van zijn poten om zijn lichaam dieper in het water te brengen. Daarna ging het hoofd weer in de veren en is het beestje gaan slapen.

Andere Stormvogeltjes uitgesloten: Chinees Stormvogeltje door aanwezigheid witte stuit. Wilsons Stormvogeltje doordat ik in de vlucht op de onderkant van de stuit geen wit heb waargenomen. Stormvogeltje door ontbreken dunne witte vleugelstreep op bovenvleugel en/of witte band op ondervleugel. Madeirastormvogeltje door ontbreken contrastverschil tussen masker rondom oog en mantel. De gevorkte staart heb ik in het veld door de lichtomstandigheden niet kunnen waarnemen. Ik wil hierbij iedereen nog hartelijk bedanken voor diegene die een wezenlijke bijdrage heeft geleverd tot het op soortniveau determineren van dit beest. Met name Erik, Rudie en Jelle die als tweede, derde en vierde persoon aanwezig waren en mij telefonisch ondersteund hebben om de andere soorten uit te sluiten. 

Het betreft hier een nieuwe soort voor het werkgebied AB (Nr. 237), de derde voor het werkgebied van de VWG Arnhem e.o. (vorige waarnemingen stammen uit de 19e eeuw en betreffen 11 januari 1887 te Dieren en 21 september 1899 te Groessen). Het beest van Groessen wordt als mannetje gedetermineerd?? Het is de eerst twitchbare voor GLD mits je het nog kon halen voor het invallen van de duisternis. Ook zijn dit de eerste foto's en filmopnamen van het Vaal Stormvogeltje voor GLD. Het is inmiddels de 7e nieuw ontdekte vogelsoort voor het AB dit jaar. Jammer voor alle andere vogelaars dat het beestje de volgende morgen was verdwenen, mede ook omdat er dan mooier bewijsmateriaal had kunnen worden vergaard."


De eerste twitchters bij het Vaaltje van Netterden. Met de duim omhoog ontdekker Roel Schwartz 
(©Dean Schwarz)

Gevallen in Gelderland
Voor de provincie zijn van het Vaal Stormvogeltje elf waarnemingen bekend, vijf veldwaarnemingen en zes vondsten. Deze liggen tussen 21 september en 11 januari, verdeeld over de maanden september (vier), oktober (twee), november (drie), december (een) en januari (een). Volledigheidshalve worden hieronder alle waarnemingen behandeld, incluis nog onbevestigde.
Enkele gevallen lagen in het voormalige Zoölogisch Museum te Amsterdam. Deze is later overgegaan in het NBC, Naturalis Biodiversity Center. Hier zijn, voor zover bekend, geen Vaal Stormvogeltjes uit Gelderland meer aanwezig. Waar ZMA wordt genoemd, betreffen dit dus de laatst bekende gegevens over die waarneming.
  1. 11 januari 1897 IJssel onder Dieren, Dieren, vondst. 
  2. 21 september 1899 Groessen, Duiven, ♂ geschoten. 
  3. 1 november 1924 Rekken, Winterswijk
  4. 23 november1952 IJsselmeerkust Putten, Putten, vondst, dood (Nuijen)
  5. eind oktober 1952 Vuren, Lingewaal, ♀ stervend 
  6. 28 september 1963 Nulde en Hoef, Putten, 2, langsvliegend (Beijlsmit)
  7. 6 december 1967 Arnhem, Arnhem, [ZMA, collector D. Kamsteeg]
  8. 1 november 1969 bij Strand Horst, Ermelo (G. van Dijk), 
  9. 19 oktober 1986 Arkemheen, Nijkerk  (N. van Donkersgoed & H. van Dorland e.a.)
  10. 30 september 2005 Blauwe Kamer, Wageningen,→W. (Ralf Verdonschot)
  11. 28 september 2014 Netterdensche Broek, Netterden, Oude IJsselstreek, foto (Roel Schwartz e.a.)

Een doortrekker op 29 september 1963 over het Veluwemeer is buiten beschouwing gelaten, omdat deze vrijwel zeker in de provincie Flevoland vloog (H. Niesen pers mededeling). 

Toelichting op de waarnemingen
NBC = Naturalis Biodiversity Center te Leiden
ZMA = Zoölogisch Museum te Amsterdam
Tussen [ ] zijn de literatuurverwijzingen

1) 11 januari 1897 IJssel onder Dieren, Dieren, vondst. 
Het uitgeputte ♀ dat men op 11 januari aan de oever van de IJssel onder Dieren vond werd hierna gedood en kwam vervolgens in bezit van mevrouw van Balgoijen de Jong, te Dieren. Zij verzond de vogel aan preparateur Eduard Blaauw om op te laten zetten. Zowel van Balgoijen als Blaauw maakten melding van de vondst bij Albarda. Hoewel Albarda schrijft over mevrouw Balgoijen de Jong, kan het hier mogelijk gaan om Van Ballegoijen de Jong-Warnsinck te Dieren, welke onder andere wordt genoemd in De Levende Natuur 6(10) in 1910. Of en waar deze vogel thans nog wordt bewaard is onbekend.
[Albarda 1898; Thijsse 1897]

2) 21 september 1899 Groessen, Duiven, ♂ geschoten. 
Het geschoten mannetje van 21 september 1899 in de gemeente Groessen ging ter preparatie naar Snouckaert van Schauburg. Deze werd mogelijk verkregen van Steenhuizen. Het zal hier waarschijnlijk gaan om Paul Louis Steenhuizen (1870-1940). Deze preparateur was van 1891 tot en met 1937 verbonden aan het ZMA als opvolger van H. Koller, de preparateur en verzamelaar voor Artis van de collectie van het Museum Fauna Neerlandica. [Voous 1995]. Snouckaert vermeldt in zijn vogelwaarnemingenrubriek het volgende: "Ik ontving ter praepareering een ♂ dat den 21en September in de gemeente Groessen (Geld.) is geschoten. (Steenhuizen.).
De vogel is kennelijk niet opgezet, want ontbreekt in het zgn. Kollerboek (1888), het geannoteerde collectie-registratieboek van Artis (thans in archief Naturalis); de vogel ontbreekt ook in de vogeldatabase van het ZMA [Ruud Vlek in litt]. 
[Snouckaert 1900]

3) 1 november 1924 Rekken, Winterswijk
Het Vaal Stormvogeltje van Rekken werd op 1 november 1924 'een kwartiertje buiten het dorp' levend gevangen en naar G.C. Thiecken gebracht. Omdat hij zelf de soort niet kende, zond hij verschillende gegevens naar B. Bernink (1878-1954) te Denekamp, oa bekend als oprichter van Natura Docet. Deze schreef dat het ging om 'Het Vale Stormvogeltje'.  Het is onbekend wat er na de vondst met de vogel is gedaan.
[Thiecken 1924]
Tiecken, G.C. 1924. Stormvogels in 't binnenland. De Levende Natuur 29(8): p.253

4) 23 november 1952 IJsselmeerkust Putten, Putten, vondst, dood (H. Nuyen)
Details over de vondst ontbreken. Het is onbekend wat er na de vondst met de vogel is gebeurd 
[ten Kate 1952]

5) eind oktober 1952 Vuren, Lingewaal, ♀ stervend
Details over de vondst ontbreken en het is onbekend wat er na de vondst met de vogel is gebeurd.
[ten Kate 1953]

6) 28 september 1963 Nulde en Hoef, Putten, 2, langsvliegend (Beijlsmit)
Details onbtreken tot heden
[Taapken 1963]

7) 6 december 1967 Arnhem, Arnhem, [ZMA, collector D. Kamsteeg]
Ook de vondst bij Arnhem op 6 december 1967 kent nog enige onduidelijkheid. De vogel was als alcoholpreparaat met catalogusnummer 19613 opgenomen in de collectie van het Zoölogisch Museum te Amsterdam, waarbij als locatie Arnhem wordt genoemd. De opgegeven coördinaten verwijzen echter naar een locatie onder Veghel (NBr), Omdat wordt uitgegaan van een naam op een label, en coördinaten pas later worden toegevoegd, is het aannemelijk dat de Arnhem juist is, zodat deze vogel wel is meegenomen in dit overzicht. 

8) 1 november 1969 bij Strand Horst, Ermelo (G. van Dijk) 
Deze waarneming wordt genoemd in het waarnemingenarchief van de Vogelbeschermingswacht Noord-Veluwe. Bij recente navraag over dit langstrekkende exemplaar kon de waarnemer zich deze niet meer herinneren, zodat de waarneming als onzeker wordt beschouwd. 
[Herzog 1986]

9) 19 oktober 1986 Arkemheen, Nijkerk (N. van Donkersgoed, H. van Dorland e.a.)
Over dit Vaaltje in een weiland langs de Bontepoort in Polder Arkemheen werd geschreven "Vloog zo nu en dan op. Gevorkte staart en witte snuit
[Lichtenbeld 1986]. 

10) 30 september 2005 Blauwe Kamer, Wageningen, →W. (Ralf Verdonschot)
Het exemplaar om 7:30 vanuit noord (begin Grebbeberg) over het veld vrij laag voor de enige trekteller op de telpost in het Gelderse deel van de Blauwe Kamer langs, om bij de rivier naar beneden te duiken en deze naar west te volgen. 'Echt waanzinnig mooi te zien heel anders dan boven zee, typische nachtzwaluwachtige vlucht', zo schreef Ralf.

11) 28 september 2014 Netterdensche Broek, Netterden, Oude IJsselstreek, foto (Roel Schwartz e.a.)
Het eerste twitchbare Vaal Stormvogeltje voor Gelderland werd aan het begin van de avond op 28 september 2014 gevonden door Roel Schwartz. Zo'n dertien vogelaars konden door snel te reageren die avond de vogel nog bekijken. De volgende dag hadden ruim voor zonsopgang al  diverse vogelaars post gevat, maar het Vaaltje bleek al gevlogen. Dit geval werd uitvoerig beschreven en gefotografeerd.

Op 21 oktober 2014 zag Mark Zekhuis een Vaal Stormvogeltje over de kade bij Deventer (Overijssel) vliegen. Deze locatie vlak tegen de grens met Gelderland aan.

Vaal Stormvogeltje, Netterdensche Broek, Oude IJsselstreek, 28 september 2014 (©Roel Schwartz)

De Vaal Stormvogeltjes en het weer 
In enkele gevallen zou een storm aanleiding zijn geweest voor het afdwalen naar het binnenland. Maar niet voor alle gevallen lijkt dit op te gaan. Hieronder wordt tot vier dagen voor een waarneming windsnelheid en -richting genoemd (KNMI-daggegevens). Van meetpunt IJmuiden zijn pas vanaf 1971 gegevens beschikbaar, zodat voor waarnemingen voor dat jaar de gegevens van De Kooy (Texel) zijn vermeld. Van deze post zijn data beschikbaar vanaf 1901. 
Bij de twee gevallen voor 1900 waren geen weergegevens beschikbaar, maar deze werden toegelicht in de literatuur en zijn hieronder vermeld. Omdat van de vondst van Vuren alleen een periode ('eind oktober') bekend is, worden de weergegevens van 24 tot en met 30 oktober vermeld. De waarnemingen worden chronologisch van september tot en met januari besproken. Het eerste cijfer is de gemiddelde windsnelheid, het cijfer tussen de aanhalingstekens is het maximale uurgemiddelde. De letter(s) geven de overheersende windrichting aan.


11 januari 1897 IJssel onder Dieren, Dieren
"Het diertje was blijkbaar afgemat. Daar het in de laatste weken niet had gestormd, moet men aannemen, dat het, ten gevolge van veel ijs in zee, geen voedsel heeft kunnen vinden en daarom de rivier zoover is opgevlogen"

21 september 1899 Groessen, Groessen, geschoten
"Dat deze vogel zoo diep landwaarts in is aangetroffen, zal waarschijnlijk wel een gevolg zijn van het stormachtige weder der voorafgaande dagen"


Waarnemingen Vaal Stormvogeltje in Gelderland en windomstandigheden aan de kust in de dagen er voor (Remco Wester)
windsterkteomschrijving: 3=matig, 4=matig, 5=vrij krachtig, 6=krachtig, 7=hard, 8=stormachtig

Dankwoord
Graag dank ik Roel Schwartz voor het schrijven van zijn ontdekkingsverhaal en het ter beschikking stellen van zijn foto's. Benno van den Hoek (Vogelbeschermingswacht Noord-Veluwe) hielp bij het uitzoeken van een aantal gevallen aan de Randmeren. Harm Niesen lichtte zijn waarneming toe van een geval op het Veluwemeer. Gerbert Strang gaf informatie over enkele publicaties in Het Vogeljaar. Cees Roselaar, Justin Jansen en Ruud Vlek stelden gegevens beschikbaar en gaven informatie over museumexemplaren uit onder andere het Naturalis Biodiversity Center te Leiden. 

Referenties
Albarda, H. 1898. Ornithologie van Nederland. Waarnemingen van 1 mei 1896 tot en met 30 april 1897 gedaan. Tijdschrift der Nederlandsche Dierkundige Vereeniging 2e serie deel V afl. 2, 1897 p. 55-55.
Alleyn, W.F., van den Bergh, L.M.J., Braaksma, SJ., ter Haar, Th.J.F.A., Jonkers, D.A., Leys, H.N., van der Straaten, J. 1971. Avifauna van Midden-Nederland. Van Gorcum, Assen.
van den Berg, A.B. & Bosman, C.A.W.B. 2001. Zeldzame vogels van Nederland (Avifauna van Nederland 1);  tweede herziene druk. GMB Uitgeverij/KNNV Uitgeverij, Haarlem/ Utrecht.
van den Bergh, L.M.J., Gerritse, W.G., Hekking, W.H.A., Keij, P.G.M.J. & Kuyk, F. 1979. Vogels van de Grote Rivieren. Het Spectrum, Utrecht.
Brouwer, P., Gorissen, R., Hagemeijer, W. & Helmer, W. 1985. Vogels van de Ooypolder. van Hoorn, Nijmegen.
Herzog,C. Vogelbeschermingswacht Noord-Veluwe. 1986.'Twintig jaar waarnemingen op de Noord-Veluwe - 1966-1985'. Anser Jubileumuitgave (25 jaar VBW). Anser okt1986_p21-27
ten Kate, G.C.B. 1952. Ornithologie van Nederland, 1951-II en 1952. Limosa 25(3): 163-163.
ten Kate, C.G.B. 1953. Ornithologie van Nederland, 1952-II en 1953. Limosa 26(3): 110-110
Kwint, N. & Sierdsema, H. 1997. Van Roze Pelikaan tot Kruisbek; bewerking van het waarnemingenarchief Vogelwerkgroep Arnhem e.o. 1970-1995. Vogelwerkgroep Arnhem, Arnhem.
Lensink, R. 1993. Vogels in het Hart van Gelderland. Vogelwerkgroep Arnhem e.o.. KNNV, Utrecht.
Leys, H., Sanders, G. & Knol, W. 1983. Avifauna van Wageningen en wijde omgeving. KNNV Vogelwerkgroep Wageningen, Wageningen.
Lichtenbeld.H.J. 1986. Veldwaarnemingen CXLVI. Het vogeljaar 34(6): 299-304
Snouckaert van Schauburg, Mr Baron R. 1900. Overzicht den voornaamste waarnemingen op Ornithoiogisch gebied, van 1 Mei 1899 tot en met 30 April 1900. De Levende Natuur 5(5-6): 101-101.
Taapken, J. 1963. Veldwaarnemingen XLIX. Het vogeljaar 11(6): 209-212
Thijsse, J.P. 1897. Uit de Vogelwereld. De Levende Natuur 2(9): 201-201
Tiecken, G.C. 1924. Stormvogels in 't binnenland. De Levende Natuur 29(8): p.253
Vogelwerkgroep Arnhem e.o. 2013. Van IJsduiker tot IJsgors. Vogelwerkgroep Arnhem e.o., Arnhem.
Voous, K.H. 1995. In de ban van vogels. Geschiedenis van de beoefening van de ornithologie in Nederland in de twintigste eeuw. Tevens Omithologisch Biografisch Woordenboek. Uitgeverij Scheffers, Utrecht.


Webreferenties
Waarneming.nl - Gelderland - Vaal Stormvogeltje
http://avi-gelderland.waarneming.nl/soort/view/343

WAARNEMINGEN EN INFORMATIE GEZOCHT
Staat ergens in uw archief of notitieboekje nog een Cetti's Zanger voor Gelderland, of heeft u aanvullende informatie over, of mooi beeldmateriaal van deze soort in de provincie? Deze zijn van harte welkom en kunt u, evenals opmerkingen of vragen, mailen aan: avifaunavangelderland@gmail.com.
_______________________________________
Bezoek ook de website Avifauna van Gelderland
http://wqd.nl/avifaunagelderland

maandag 28 maart 2016

Over het voorkomen van de Cetti's Zanger in Gelderland

Hieronder een samengevatte versie over het voorkomen van de Cetti's Zanger in Gelderland. Een uitgebreid artikel is, in samenwerking met Sovon, in voorbereiding.

Cetti's Zanger, Ooijse Graaf, Ooijpolder, Berg en Dal, ringvangst, 21 september 2015 (©Erik Ernens)

Ondanks een vrij uitgebreide beschrijving door Wim Sevinga, zowel van de zang als het kleed, van zijn Cetti's Zanger op 9 oktober 1962 aan het Wolderwijd onder Harderwijk, werd deze om nog onduidelijke redenen destijds niet aanvaard door de Commissie Nederlandse Avifauna, de voorloper van de CDNA (Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna) [Sevinga 1963]. Het zou tot 6 oktober 1968 duren voor de eerste 'Cetti's' voor Nederland de lijst op mocht, en wel door een ringvangst bij De Hoort, Cranendonck (NB).

De Cetti's Zanger werd tot 1 januari 1979 beoordeeld door de CDNA, alleen geregistreerd in 1979-1985 en weer beoordeeld vanaf 1 januari 1986 tot en met 2003. De gevallen werden niet opnieuw beoordeeld bij de uitgebreide herziening van de Nederlandse lijst [van IJzendoorn et al.1996]
Uit de diverse periodes zijn voor Gelderland de onderstaande waarnemingen bekend. 
Waar ♂ staat, wordt een zingende man bedoeld.

Tot heden voor Gelderland aanvaard door de CDNA
  1. 30 april - 13 mei 1973 Nieuwe Zuiderlingedijk, Heukelum, Lingewaal, ♂ (S.Braaksma, T.Hoogendoorn, R.Rook)
  2. 11 augustus 1973 Hummelo, Bronckhorst, ♂ (J.Coldewey)
  3. 8 mei 1975 Zuid-Lingedijk, Heukelem, Lingewaal, ♂
  4. 3 juli 1975 Zuid-Lingedijk, Heukelem, Lingewaal, ringvangst (R.Meijer)
  5. 11 december 1975 Koorenwaard, Heukelem, Lingewaal, ringvangst (G.H.J. de Kroon)
  6. 31 oktober 1976 Vuren, Lingewaal, ringvangst (R.Meijer)
  7. 15 mei 1978 Velp, Rheden, 2 (E.F.Visser)

uit de beoordelingsperiode tot 1979, niet ingediend bij de CDNA
  1. 19 mei 1974 Noordberg, Renkum, ♂ [archief VWG Wageningen]
  2. 3 mei 1975 Noordberg, Renkum, ♂ [archief VWG Wageningen]
  3. 11 juni 1975 Noordberg, Renkum, ♂ [archief VWG Wageningen]
  4. 20 augustus 1978 Vogelzang,(Hatertse Broek), Nijmegen, ♂ (D.Visser)

uit de CDNA-registratieperiode 1979-1985
  1. Juni 1979 Erfkamerlingschap, Rijnwaarden, ♂ (P.Schermerhorn, F.Sloot)
  2. 28 mei - 5 juni 1980 Zuiderlingedijk, Spijk, Lingewaal, ♂ (A.Vink)

uit de beoordelingsperiode 1986 - 2003, nooit ingediend bij de CDNA
  1. 20 april 1993 Crobsche Waard, Haaften, Neerijnen 
  2. 17 mei - 22 juni 1993 Loenense Buitenpolder, Overbetuwe, ♂ (F.Erhart)

Na de beoordelingsperiode werden waarnemingen verricht in 
  1. 2005 24 juni Leuvenheim, Brummen, ♂ (J.Pilzecker), 
  2. 2006 3 mei Juliusput, Hoevelaken, Barneveld, ♂. niet zeker
  3. 2008 1 - 6 april Kloosterwiel, Zaltbommel, Neerijnen, ♂ (A.van Hunnik) 
  4. 2010 27 & 29 maart Jezuïtenwaai, Rijnstrangen, Duiven, ♂. niet zeker 

Cetti's Zanger, Lunen, Wijchen, 1 juni 2013 (©Jolanda Wannet-Wijnbergen)

Broedvogels
Door een noordwaartse uitbreiding van het verspreidingsgebied bereikte de Cetti's Zanger ook Nederland. Bij Cranendonck (NB) werd het eerste territorium vastgesteld (3 mei - 29 juni 1969). Een eerste nest werd in 1976 bij Canisvliet, Sas van Gent, Zeeland gevonden. In 1977 werden 60 territoria vastgesteld [Boele et al 2015]. Aangezien de soort gevoelig is voor strenge winters kregen ze een ferme tik uitgedeeld in de winters van 1978/79 en rond 1985, onder andere omdat de kou tot ver in het Zuid-Europese brongebied reikte. Na een hernieuwde vestiging vanaf 2003 groeide het aantal territoria binnen enkele jaren tot honderden zingende Cetti's Zangers uit. Zo werden er voor de Biesbosch in 2010 liefst 314, in 2011 486 en in 2015 het spectaculaire aantal van 745 territoria vastgesteld. Voor heel Nederland werden in 2014 355 territoria uitgerekend, met een geschatte populatie van 600-750 [Boele et al 2016].
Zie voor een uitgebreidere bespreking de soortpagina's op de websites van Dutchavifauna en Sovon (linken, zie onder).

Cetti’s Zangers prefereren dicht (wilgen)struweel langs water. Liefst met wat modderige oevers eronder.  De Cetti’s Zanger lijkt tegenwoordig wat koudere winters beter te kunnen doorstaan. Een mogelijke verklaring daarvoor is de beschikbaarheid van voedsel in de bodem langs de oever. Dankzij de getijdewerking blijven veel oevers ook bij vorst ijsvrij en juist dat zijn pekken waar de soort graag rondscharrelt [de Jong 2015]. 

De verspreiding in Gelderland
Vanuit de Biesbosch breidt de soort zich steeds verder oostwaarts uit, en is hierbij langs de Waal, Linge en de Lek ook Gelderland binnen gedrongen. In 2011 werden zingende mannetjes vastgesteld in de Ruyterwaard bij Zuilichem, Zaltbommel (28 juni) en, opmerkelijk ver buiten het verspreidingsgebied, op 13 juni bij Barchem, Lochem. 
In 2012 werden nu onder meer zingende vogels opgemerkt bij
  1. 28 april 2012 Geldersche Toren, Spankeren, Rheden 
  2. 28 april - 10 juni 2012 Tiendweg, Heukelum, Lingewaal
  3. 11 juni - 22 juli 2012 Hondswaard, Vuren, Lingewaal

Sovon meldt voor 2012 drie territoria en voor 2013 acht. Waarschijnlijk, zeker voor 2013 en 2014 zijn de territoria onderteld door onvolledige gegevens en de wijze van uitwerking van de data. Matthias Koster (Sovon-DC Grote Rivieren) heeft voor 2015 de waarnemingen wel secuur uitgewerkt en komt voor dit jaar op 21 territoria, voornamelijk in west Gelderland. Los van het gebied in westelijk Gelderland, dat vrij direct is verbonden met de Biesbosch, hebben inmiddels ook enkele vogels zich gevestigd langs de Nederrijn tussen Elst en Doorwerth (Tollewaard, Wageningse Bovenpolder en Jufferswaard). Een enkele keer worden zingende mannetjes ver buiten het gangbare verspreidingsgebied opgemerkt, zoals van 29 mei tot en met 10 november 2013 langs de Oude Graafseweg bij Lunen, Wijchen en op 22 maart 2016 bij de Bisonbaai in de Ooijpolder. In 2013 werd op 28 augustus in de Tengnagelwaard bij Lobith een mogelijke man te kort gehoord voor een zekere determinatie. Met zijn vele met wilgen omrande waterputten in deze regio (Rijnstrangengebied) is het opvallend dat de soort zich hier nog niet gevestigd heeft. Of nog niet opgemerkt is. Een mooi voorbeeld dat dat te verwachten mag zijn is het zingende mannetje net over de grens in Duitsland bij Voorthuysen, Emmerich op 30 maart 2013.


Voorkomen Cetti's Zanger per maand volgens Waarneming.nl (bron: waarneming.nl, bekeken 29-03-2016)

Hierboven een overzicht van het voorkomen per maand van de Cetti's Zanger in Gelderland. Dit overzicht geeft qua cijfers een incompleet beeld, oa door het ontbreken van gegevens van bijvoorbeeld Sovon, het voorkomen per maand zal zeer waarschijnlijk echter niet veel afwijken

Inventariseren
De beste tijd om de Cetti's te inventariseren is van begin maart tot eind juli. Sovon hanteert hierbij de criteria voor geldige territoria de datumgrenzen 15 maart tot en met 15 juli. In geval van zang en/of balts moet er één waarneming zijn in die periode, en in totaal twee waarnemingen in de gehele periode. Voor het bepalen van territoria wordt een onderlinge afstand van 300 meter aangehouden. Het is een lastig karwei die de nodige aandacht vereist om exacte aantallen vast te stellen. Vaak worden alleen de zingende mannetjes opgemerkt (door hun verborgen leefwijze zijn paartjes vaak moeilijk vast te stellen) en deze kunnen zich onverwacht snel over honderden meters verplaatsen. Een territorium kan enkele tientallen hectares beslaan. Tegenover hun opvallende zang staat weer het nadeel dat mannetjes langdurig (uren..) zwijgzaam kunnen zijn. Ringvangsten onder meer in de Ooijpolder (3 september 2014 en 21 september 2015) en bij Elburg (18 en 23 september 2014) laten een bredere verspreiding zien dan alleen de bekende broedgebieden. Ongepaarde mannetjes, en mannetjes waarvan het vrouwtje broedt, zingen ook 's nachts. In de winter is de zang ook te horen, doch niet vaak. 

Cetti's Zanger, Ooijse Graaf, Ooijpolder, Berg en Dal, ringvangst,
3 september 2015 (©Bram Ubels)

Buiten broedtijd
De Cetti's Zanger is in alle maanden in Gelderland waargenomen. In de winter is het aantal waarnemingen zeer beperkt, ongetwijfeld door de weinige zangactiviteit en de verborgen leefwijze. Ze hebben vaak het karakter van een standvogel en hoewel ze in aantal terug kunnen zakken na strenge en sneeuwrijke winters lijken ze deze in de afgelopen jaren beter te hebben doorstaan. Zelden worden in de winter Cetti's Zangers vastgesteld ver buiten de broedgebieden in Gelderland.

Geluid
Is de zang goed gehoord, dan is determinatie vaak geen probleem. Maar het komt regelmatig voor dat vogels zich net niet goed en te kort laten horen. Diverse keren bleek verwarring te zijn opgetreden met bijvoorbeeld fragmenten van de zang van bijvoorbeeld Winterkoning, Zanglijster of Rietgors. Op 9 juni 1993 imiteerde in de Crobsche Waard bij Haaften een Blauwborst perfect een Cetti's

Dankwoord
Sovonmedewerker Arjan Boele wil ik hartelijk danken voor de medewerking vanuit Sovon met het verstrekken van gegevens en het uitzoeken van enkele gevallen. Matthias Koster wil zeer danken voor het bespreken van aantallen territoria en andere onderwerpen over de soort. Fokko Erhart was zeer behulpzaam bij het uitzoeken van de gevallen uit 1993. Erik Ernens, Jolanda Wannet-Wijnbergen en Bram Ubels dank ik hartelijk voor het mogen gebruiken van hun foto's bij dit stuk
(tekst: Remco Wester, 26 maart 2016)

Cetti's Zanger, Ooijse Graaf, Ooijpolder, Berg en Dal, ringvangst,
21 september 2015 (©Erik Ernens)

Literatuur
Anonymus. 2013. Cetti's Zanger Cettia cetti. P265 in: Vogelwerkgroep Arnhem e.o. 2013. Van IJsduiker tot IJsgors. Vogelwerkgroep Arnhem e.o., Arnhem.
Beijersbergen, J., Verholt, W. & Visser, J. 1969.  Nieuwe waarnemingen van Cetti. Limosa 42(3): 234-235
van den Bergh, L.M.J., Gerritse, W.G., Hekking, W.H.A., Keij, P.G.M.J. & Kuyk, F. 1979. Vogels van de Grote Rivieren. Het Spectrum, Utrecht.
Boele, A., van Bruggen, J., van Dijk, A.J., Hustings, F., Vergeer, J.W., Ballering, L. & Plate, C.L. 2013. Broedvogels in Nederland in 2011. Sovon-rapport 2013/01. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
Boele, A., van Bruggen, J., Hustings, F., Koffijberg, K., Vergeer, J.W. & Plate, C.L. 2014. Broedvogels in Nederland in 2012. Sovon-rapport 2014/13. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
Boele, A., van Bruggen, J., Hustings, F., Koffijberg, K., Vergeer, J.W. & van der Meij, T. 2015. Broedvogels in Nederland in 2013. Sovon-rapport 2015/04. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
Boele, A., van Bruggen, J., Hustings, F., Koffijberg, K., Vergeer, J.W. & van der Meij, T. 2016. Broedvogels in Nederland in 2014. Sovon-rapport 2016/04. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
van Diermen, J., Erhart, F. & Schoppers, J. 1995. Broedvogelinventarisatie Gelderland 1993. Rivierenland, Midden-Achterhoek, ZW-Arkemheen. Provincie Gelderland, dienst RWG, Arnhem
van Dijk, A. J., Hustings, F., Sierdsema, H. & Verstrael, T. 1997. Kolonievogels en zeldzame broedvogels in Nederland in 1992-93. Limosa 70(1): 11-26
de Jong, A. 2015. Cetti’s Zanger enorm toegenomen in de Biesbosch. Nieuwsbericht SOVON-website 30 oktober 2015 [link]
ten Kate, C.G.B. 1964. Ornithologie van Nederland, 1962. Limosa 37(1): 19 - 57.
de Kroon, G.H.J. 1976. Over vangsten van Porceleinhoentjes, een Cetti's zanger en Waterpiepers. De Levende Natuur 79(6): 140-143
Lehaen, H. 1969. Vangst van Cetti. Limosa 42(1) : 110 - 113. 
Lensink, R. 1993. Vogels in het Hart van Gelderland. Vogelwerkgroep Arnhem e.o.. KNNV, Utrecht.
Leys, H., Sanders, G. & Knol, W. 1983. Avifauna van Wageningen en wijde omgeving. KNNV Vogelwerkgroep Wageningen, Wageningen.
Moerbeek, D J, Winkelman, J E & de Heer, P. 1987. Zeldzame en schaarse vogels in Nederland in 1985. Limosa 60(1): 21-30
Scharringa, C.J.G. & Osieck, E.R. 1978. Zeldzame vogels in Nederland 1976. Limosa 51(3): 137 - 146.
Scharringa. C.J.G. & Osieck, E.R. 1980. Zeldzame vogels in Nederland 1978. Limosa 53(1): 27 - 33.
Scharringa, C J G & Osieck, E R. 1982. Zeldzame en schaarse vogels in Nederland in 1981. Limosa 55(4): 125-138
Sevinga, W. 1963. Waarneming van Cetti's Zanger (cettia cetti) aan de llsselmeerkust te ermelo. Limosa 36(1): 118-120
Tekke, M.J. 1974. Het voorkomen van de Cettis Zanger, Cettia cetti, in Nederland van 1968 t/m 1973. Het vogeljaar 22(3): 780-781
Tekke, M.J. 1975. Ornithologie van Nederland 1973. Limosa 48(1): 113-113
Tekke, M.J. 1977. Ornithologie van Nederland 1974 en 1975. Limosa 50(1): 34-60
Teixeira, R.M. 1979. Atlas van de Nederlandse Broedvogels. Natuurmonumenten, ‘s Graveland.
van de Ven, F. 2010. Waarneming Cetti’s Zanger in Jezuïtenwaai. Vlerk 27(3): 89-90
van IJzendoorn, E.J., van der Laan, J. & CDNA. 1996. Herziening Nederlandse Avifaunistische lijst 1800-1979: tweede fase. Dutch Birding 18(4): 157-202

Webreferenties
Dutchavifauna.nl - Cetti's Zanger (bekeken 26 maart 2016): 
SOVON - Cetti's Zanger:  
Waarneming.nl - Cetti's Zanger - Gelderland: 


WAARNEMINGEN EN INFORMATIE GEZOCHT
Staat ergens in uw archief of notitieboekje nog een Cetti's Zanger voor Gelderland, of heeft u aanvullende informatie over, of mooi beeldmateriaal van deze soort in de provincie? Deze zijn van harte welkom en kunt u, evenals opmerkingen of vragen, mailen aan: avifaunavangelderland@gmail.com.
_______________________________________
Bezoek ook de website Avifauna van Gelderland