dinsdag 24 november 2015

De WATERSPREEUW in GELDERLAND

'bekende' waarnemingen Gelderland slechts topje van de waterval?

Waterspreeuw, vondst, Epse, Lochem, 27 februari 2015 (©Henk Hietbrink)

Nadat op het forum van waarneming.nl op 7 november was verwezen naar een foto van die dag op Birdpix, sijpelde een dag later het nieuws door dat op facebook ook werd bericht over een Waterspreeuw, en wel in de buurt van het gehucht Warken nabij Zutphen. Aan het begin van de middag op de 9e vond Gerbert Strang de Waterspreeuw ook, op de vistrap tussen Berkel en spoorbrug, en plaatste zijn vondst op waarneming.nl. Na zelf weer eens uit m'n dak te zijn gegaan tijdens een bezoek, de opgepopte vraag hoe vaak de soort de afgelopen jaren nou is gezien tussen Eibergen en Zutphen, én de nieuwsgierigheid hoe het plaatje er eigenlijk voor heel Gelderland uitziet, vanaf 1800 of zo, ging de trigger af. Zodat ik sinds 11 november alles binnen hark op op 'Waterspreeuw' en 'Gelderland'

Landelijke en regionale avifauna's en tijdschriften worden gespeld op waarnemingen en aanverwante artikelen. Online-zoekmachines presenteren bladzijdes lang hun resultaten op 'waterspreeuw, cinclus, Gelderland'. Dit laatste leverde me al eerder zeer verrassende informatie op, dus al zijn er 41 pagina's 'hits', op één kan de gouden tip staan. Niet mekkeren, scrollen! Tijdens het verwerken van gevonden waarnemingen stapelden steeds meer vragen zich langzaam op. Vaak door summiere, of zelfs ontbrekende toelichtingen, en regelmatig waren locaties te algemeen of te onduidelijk om er iets mee te kunnen. Ook bracht dubbel- én triplecheck aan het licht dat enkele bronnen sterk afwijkende of zelfs onjuiste gegevens vermelden. Emails begonnen dan ook de deur uit te stromen richting werkgroepen, personen en organisaties met de vraag om een gedetailleerdere toelichting. Niet alleen deze kreeg ik vaak retour, ook kwamen er onbekende gevallen uit archieven mee. Reden om niet specifiek meer te mailen, maar elke potentiële bron te benaderen met de vraag of ze archief en leden willen raadplegen. 

Tussendoor scrolde ik door excelbestanden met collecties van diverse musea, wat bij Natuurmuseum Nijmegen een hit opleverde. Weliswaar niet voor Gelderland, de locatie Valkenburg (Li) en de vermelde datum 8 augustus 1912 wekte wel mijn nieuwsgierigheid, zodat de Avifauna van Limburg er bij werd gehaald. Huh? Niet bekend? Een uitgave die behoorlijk grondig is aangepakt, maar deze is over het hoofd gezien? Ik mail Sjak Gielen, werkzaam bij het museum, met de vraag of er bij hun meer bekend is over de vogel, en of ze er foto's van willen maken. De vraag leg ik ook gelijk voor aan Fred Hustings, medeauteur van de Limburgse avifauna. Volgens Sjak kloppen de gegevens, bij Fred is er niets over bekend. De reacties wierpen alleen meer vragen op: wie was de verzamelaar? Hoe komt het museum aan deze vogel? Welke nadere achtergrondgegevens zijn te achterhalen? Waar is het oude label?

Moraal van dit verhaal?
Graag had ik een leuk en informatief stuk voor je willen schrijven over de Waterspreeuw in Gelderland Maar als de allereerste voor Gelderland al dwars ligt door vragen als "wáár precies bij Nijmegen zat het nest?" en "wát is er met de eieren gebeurd", dan is het wijsheid om eerst te werken aan een zo volledig en correct mogelijk waarnemingenbestand.

ACH, TOCH EEN PAAR FEITJES
De eersten voor Gelderland waren Roodbuikwaterspreeuwen, de Midden-europese ondersoort. Ze werden in mei 1913 ontdekt doordat een ei uit een nest bij Nijmegen werd getoond aan C. Eijkman, die dit vervolgens meldde in een vergadering van de Club der Nederlandsche Vogelaars. Ook het jaar er op werden ze gezien, maar nu zonder te broeden. (edit: toevoeging nav: opmerking Justin Jansen: ik heb alleen nog maar over een nest en een ei gelezen. Waar is de beschrijving, waaruit blijkt dat het om zekere Roodbuiken gaat? Of werd hier 'een vermoeden' naar 'een zekere' gepraat?) zou de documentatie: Het tweede nest voor de provincie werd in 1933 ontdekt door de Haarlemmer L. Bels bij Winterswijk. Langs een snelstromend beekje in het Woold vond hij een nest met vier jongen van ca 8 dagen oud. Door de snelheid van de voerende ouder kon Bels de ondersoort niet bepalen. Wél een Roodbuik zou de Waterspreeuw van Park Rosendael zijn geweest, die daar van 15 april tot en met 22 mei 1984 rondvloog, onder andere op 19 april met nestmateriaal. Een nest werd nooit gevonden. [Van deze vogel heb ik geen foto's, en zijn dan ook zeer welkom!] Naast de genoemde gevallen van 1913, 1933 en 1984 zijn tot heden zeven zomerwaarnemingen bekend. Op liefst vijf plekken rond Arnhem zag men in 1922 Waterspreeuwen, waaronder twee langs de dijk bij Elden (Arnhem) op 7 mei. De volgende vijf komen uit de Achterhoek: in 1969 op 6 juli bij Ratum en 1 september bij Huppel, op 8 juli 1970 langs de Ratumse beek, op 24 augustus 1975 bij het Wooldse Veen en op 1 mei 1976 in het Anholtse Broek bij Breedenbroek. De laatste dateert van eind mei 1983 langs de Beekhuizerbeek bij Velp, een vrij opmerkelijk geval gezien de nestmateriaal slepende vogel in Rosendael een jaar later.

DOORTREK EN WINTER
Waterspreeuwen lijken behoorlijk plaatstrouw, zowel qua regio waar ze naar toe trekken, als de verblijflocatie. Regio's in Gelderland waar verhoudingsgewijs frequent Waterspreeuwen verschijnen, zijn de beken in de Achterhoek en Oude IJsselstreek, de beken tussen Nunspeet en Ermelo, en de sprengen en beken tussen Heerde en Apeldoorn. De kroon spant echter het gebied tussen Rozendaal en Arnhem-Noord, waar al vele jaren solitairen of tweetallen worden gezien, variërend van eenmalig tot overwinterend. Zwervende vogels werden op allerlei plekken aangetroffen, vaak wel langs of nabij een water(loop). Meestal beperkt het verblijf zich dan tot één of enkele dagen. Zo verbleef op 15 en 16 maart 1975 er een bij een duiker onder een weg in het weidegebied tussen Veluwemeer en Nunspeet en scharrelde op 21 april 2007 een adult langs een kleine wetering naast de vuilverbranding bij Weurt. Opmerkelijk is de locatie van 21 april 1976 bij Heumen. In de Hatertse Vennen trof Johan Bekhuis die dag tijdens onderzoek bij een Kokmeeuwenkolonie een Waterspreeuw aan, die insecten ving vanaf een boomstobbe, die uitstak boven het (stilstaande) water van het ven. Een enkele keer verschenen ze op onverwachte plekken, zoals de waarnemingen laten zien van 15 november 1951 (Junushof, Stadsgracht, Wageningen), 7 december 1986 (tuin met vijver en kleine waterval, Elspeet) en 8 april 2004 (beekje in woonwijk Holthuizen, Apeldoorn).

In de meeste gevallen hielden overwinteraars een niet zo heel groot winterterritorium aan. Dat het ook anders kan, liet een fanatiek exemplaar zien tussen 9 november 2012 en 14 maart 2013. Na de ontdekking op 9 november langs de Veengoot bij Varsse; ging hij na de 10e weer in rook op, om de 20e even z'n snavel te laten zien bij Kasteel Vorden. Hierna liet hij zich tot 14 maart zeer onregelmatig zien op diverse plekken tussen Eibergen en Neede. Ruim drie weken na de laatste waarneming bij Eibergen, vond men er een bij Wilp, die zich de 8e verplaatst bleek te hebben naar de Schipbeek bij Deventer, waar hij op de 13e om 10:50 hoogte won en naar het noorden verdween. Of het telkens om dezelfde vogel ging is niet zeker te zeggen, maar het lijkt wel aannemelijk. Men moet er echter ook op bedacht zijn, dat het mogelijk is dat er meer Waterspreeuwen in een gebied verblijven, zonder dat deze samen worden gezien. In vrijwel alle gevallen blijken Waterspreeuwen zich weinig aan te trekken van de aandacht door mensen, zolang ze zelf kunnen bepalen waar te komen. Er zijn vele gevallen bekend waarbij de vogel soms tot op enkele meters foerageerde.

OPMERKELIJK.
In februari 1930 schoot baron Van Pallandt ergens in Gelderland een Waterspreeuw. Details, zoals exacte locatie, en wat er met de vogel is gedaan, proberen we nog te achterhalen. Bij Eerbeek viel op 24 december 1955 er een ten prooi aan een Sperwer. De fladderaar die mevr. Hietbrink 27 februari 2015 onder de veranda in haar de tuin in Epse hoorde en vervolgens opraapte, was haar onbekend, en bleek zeer verzwakt. Toen haar man (nb: de voorzitter van de Deventer vogelwerkgroep De IJsselstreek!) thuis kwam, zag deze tot zijn stomme verbazing een Waterspreeuw. Zijn idee was deze te laten ringen, en na opknappen weer vrij te laten, voor die tijd bezweek hij echter al z'n handen. Er is één ringvangst bekend, op 12 februari 1984 ringde men een adulte man bij Lieren, Apeldoorn.

Historische gevallen worden in het kader van de Avifauna van Gelderland ingevoerd op waarneming.nl (account Avifauna van Gelderland) en zijn hier te bekijken: http://tinyurl.com/waterspreeuw

Dankwoord
Henk Hietbrink wil ik hartelijk danken voor de foto bij dit stuk. Daarnaast heb ik grote waardering voor alle werkgroepen en personen die hun bijdrage, hoe klein ook, hebben geleverd aan dit onderzoek!

(tekst: Remco Wester, 24 november 2015)


Referenties
-Bels, L. & Thijsse, J.P. 1933. Broeden van de Waterspreeuw bij Winterswijk. De Levende Natuur 38(6) 198-198
-Hietbrink, H, 2015. Waterspreeuw. De IJsvogel 80(april): p.33
-Jaarbericht. 1914. Club van Nederlandsche Vogelkundigen nummer 4 pg 17.

Webreferenties
-Waarneming.nl- Waterspreeuw - Gelderland 


WAARNEMINGEN EN INFORMATIE GEZOCHT
Heeft u ergens in archief of notitieboekje nog een Waterspreeuw in Gelderland staan, of heeft u aanvullende informatie over, of beschikt u over foto's van gepubliceerde waarneming(en)? Alle informatie, beeldmateriaal, documentatie of literatuur over deze soort is welkom. Deze kunt u, evenals opmerkingen of vragen, mailen aan: avifaunavangelderland@gmail.com.
_________________________________________
Bezoek ook de website Avifauna van Gelderland

Geen opmerkingen:

Een reactie posten